maandag 20 oktober 2008

Einde van onze vakantie komt in zicht......

18 oktober 2008
We willen er nog niet aan denken, maar het onvermijdelijke gaat bijna gebeuren. De datum van de terugvlucht is binnen 36 uur....

We genieten nog met volle teugen van Koh Lanta en onze reisgenoten. We trekken best veel met elkaar op, en merken dat we redelijk gelijkgestemd zijn. De laatste dag besteden we aan wat shoppen, zwemmen in de zee, babykrabjes bespioneren op het strand en heerlijk dineren met onze vrienden. We nemen 's avonds afscheid van elkaar. We hebben reeds e-mail adressen uitgewisseld.

De volgende ochtend vertrekken we al vroeg naar Bangkok. Bij de ferry die ons van het eiland al gaat brengen, schieten er aapjes uit het mangrovebos, hopend dat ze een stuk fruit kunnen krijgen of stelen van het fruitstalletje op de pier.

Aapje in het mangrovebos

Per vliegtuig (van het kleinste vliegveld wat ik en Roel tot nu toe vanaf gevlogen zijn) vertrekken we naar Bangkok, waar we ons de rest van de dag moeten zien te vermaken. En het wordt een hele lange dag; we vliegen pas om 3 uur vannacht!
De bagage laten we achter op het Savurnibumhi airport. Per lokale bus laten we ons naar het dichtstbijzijnde station van de skytrain brengen. Maar we maken geen gebruik van de skytrain. Ernaast is namelijk een leuke markt en een winkelcentrum. Meer wilden we niet doen vandaag. We laten nog een keer onze voeten masseren op de markt: een uur voor 100 baht! Dat is 2 euro de man! Het is zo weldadig. Dit moeten we eigenlijk in Nederland ook vaker laten doen. Helaas kost het in Nederland per uur vaak tegen de 60 euro!

Thaise voetmassage

Misschien is dit iets om zelf in een cursus om te gaan leren.
Dan wordt het tijd om weer naar het vliegveld terug te gaan. Het is nu bijna 10 uur 's avonds.
We kunnen al inchecken en doen alles lekker rustig aan. Ik wordt wel erg moe nu.
Straks in het vliegtuig kunnen we heerlijk slapen.....

Tot zeker ziens, mooi en vriendelijk Thailand!

Koh Lanta


15 oktober 2008
Aangekomen in Hat Yai laten we ons afzetten op het busstation. We zien alleen maar minibussen en toeristenbureaus. Ach wel kunnen ons altijd laten informeren, gezien het feit we toch geen flauw idee hebben waar we nu weer naar toe willen gaan.
We dienen enige tijd te moeten wachten voor de eerstvolgende bus vertrekt. We kunnen naar verschillende eilanden. De man van het reisbureau spreekt helaas erg slecht engels en kan ons niet veel vertellen of aanbevelen.

Ik ga kijken of er ergens koffie valt te scoren, Roel blijft bij de koffers.
Op de hoek van de straat zit nog zo'n reisbureautje. Hier zitten al wat mensen te wachten. Ik vraag de zeer behulpzame man van het reisbureau wat over verschillende eilanden. Hij raadt aan om naar Koh Lanta te gaan, met de andere toeristen mee. Mijn gevoel over deze optie is vele malen beter als waar ik Roel heb achter gelaten en ik ga hem dan ook snel halen. We gaan er met een smoesje van wat eten snel vandoor en gaan naar de buren....die kan ons ook helpen met het boeken van een vlucht voor de laatste dag terug naar Bangkok. Ziezo. Een half uurtje later is dat ook geregeld. Blij en opgelucht wachten we het busje af.

Eenmaal in het busje begint het kennismaken met de andere reizigers. We leren een Zweeds stel, Natalia en Benjamin, en een Frans gezin, Medi, Hadja en hun 3,5 jaar oude zoontje Elijah kennen. Niemand heeft nog wat geboekt op Koh Lanta, maar Medi heeft de naam van een bar waar we verder geholpen worden.
Na een lange reisdag komen we na 3 resorts te hebben bekeken en afgekeurd, terecht op Kaw Kwang beach resort.
Het is reeds donker, maar de beide heren vinden het een goede plek om te blijven. De beach-bungalow hebben Roel en ik in ieder geval goed gekeurd. De volgende morgen kan ik het alleen maar met de heren eens zijn. Wat een weelderig paradijs zijn we in beland! Het lijkt een sprookje: Azuurblauwe zee, bergen die uit de zee op reizen, een zwembad pal aan de zee....

Ons bescheiden resort op Koh Lanta

Het resort is gloednieuw. De verklaring wordt al snel door de gastheer gegeven. Ook dit resort is hevig getroffen geweest op 2e kerstdag 2004 door de Tsunami.

Er wordt in de nabije omgeving nog steeds hevig aan de weg getimmerd om alles te vernieuwen. Als we later met ons gehuurde brommetje samen met onze resort-genoten het eiland verkennen zien we nog duidelijk sporen van de Tsumami. Niet iedereen heeft blijkbaar voldoende geld om het weer op te bouwen voor zichzelf. Hele lappen grond liggen nog braak. We zien echter wel dat het voornamelijk weer in opbouw is, en dat mensen er niet met de pakken bij neer blijven zitten. Wat ook herinnert aan de ramp zijn de bordjes met evacuatieroutes of dat je je in de "tsunami hazard-zone" bevindt.

We stoppen voor een drankje bij een barretje aan het strand. Het is een rastabar. Reggae muziek, roog-groen-geel overal, mannen met rastahaar en een zeer (van nature of door de hasj?) relaxed uiterlijk en een prachtig strand.

rastafari bar

Na de koffie besluiten Roel en ik er alleen verder op uit te trekken. Wij zijn niet van die strandgangers, en de rest van ons reisgezelschap wel wat meer.

We komen uit bij een dirt road die lijdt tot een nationaal park. We besluiten een kijkje te nemen. Ik hou de boomtoppen in de gaten om aapjes te spotten. Eenmaal in het park zien we ze ook daadwerkelijk. We komen uit bij de vuurtoren van het eiland, die werkelijk als in een postkaart gesitueerd is. Het is bijna onwerkelijk hoe mooi het hier is. We zijn blij dat we de beslissing hebben genomen om hierheen te gaan.



's avonds, na een verfrissende duik, eten we met Natalia en Benjamin bij de pier. Een rustig seafood restaurantje.
Na het eten zitten we op het resort naar de volle maan te kijken. Het is vloed. Het water rolt in rustige golven tegen de boulevard aan. Langs het strand verschijnen krabbetjes van ongeveer 10 cm. Ze rennen allemaal dezelfde kant uit. Alsof ze allemaal dezelfde belangrijke missie hebben. Wat een leuk gezicht. Als je met de zaklamp schijnt staan ze eventjes stil. In de war gebracht door het felle licht.
Wat kan het simpele leven toch zo mooi zijn.

Ik krijg een weemoedig gevoel als ik bedenk dat we over een paar dagen al weer terug zijn in Nederland....Ik wil hier liefst voor altijd blijven.

Reizen naar het diepe zuiden: Songhkla

zonsopkomst Songhkla

12 oktober 2008
We hebben gister voornamelijk bedacht waar we verder naar toe willen gaan. Het zou een eiland kunnen worden zoals bijvoorbeeld Koh Chang, in de golf van Thailand, niet al te ver van Bangkok of nog langer blijven in het noorden van Thailand.
Mijn gevoel schreeuwt om rust en strand. Ik wil het liefst niets doen.

Ok... reisgidsen er maar weer bij. Koh Chang is volgens de reisgidsen niet al te toeristisch en het eiland maakt deel uit van een Marinepark. Maar volgens de reisgids breidt het toerisme ook hier snel uit. We willen het liefst zo ontoeristisch als mogelijk. Ons oog valt op een plaats in het diepe zuiden van Thailand, vlakbij Maleisie, Songhkla.
In het diepe zuiden is men voornamelijk moslim en leeft men van de visserij. Het is volgens de reisgids een leuk en rustig stadje dat je niet moet overslaan. Het ligt aan zee, dus voor rust en ontpanning lijkt het mij ideaal.

We boeken een vlucht en de volgende dag vliegen we in een uurtje van Udon Thani naar Hat Yao in het diepe zuiden. Bij aankomst regent het behoorlijk. Als dat maar goed komt!
Van daaruit nemen we een taxi naar Songhkla. We checken in in het duurste hotel van het stadje: voor 30 euro per nacht hebben we een luxe kamer met uitzicht op zee.

Het rondtoeren per fietsje is ons ontzettend goed bevallen, dat gaan we hier ook doen is ons besluit.
Helaas weet niemand waar je ene fiets kan huren. In deze plaats is ook een festival aan de gang komen we 's avonds achter. Ook hier weer eetstalletjes, een grote markt en live muziek. Er verschijnen om toerbeurt zangers en zangeressen die in lange avondjurken hun thaise liederen ten gehore brengen. Hier is wel veel publiek valt ons op. De zangers en zangeressen worden bijgestaan door fraai uitgedoste showgirls. Het is erg mooi om naar te kijken.

Erg lekker gegeten op deze markt, en nog wat leuke kleding gekocht. We laten een naambordje maken van hout met onze namen in het Thai. Dat heeft niemand in Nederland! Of het echt goed gespeld is zal ons een biet wezen. Ook laten we onze namen in Thai graveren in de ringen die we 4 jaar geleden in Thailand hebben gekocht.

We gaan op tijd terug naar het hotel. Aan de boulevard hebben de Thaise jongeren met gepimpte auto's hun eigen party's. Om de twee meter zitten groepen drinkende jongeren met autodeuren open naar luide muziek te luisteren. Het is werkelijk een kakafonie van geluid. Niet om aan te horen. Ook dit gaat door tot in de vroege uurtjes...weg rust....

De volgende dag is het gelukkig stralend mooi weer, we hebben uitgeslapen en besluiten wat op het strand te eten. Om ons heen spelen kinderen met kleurige vliegers. Heerlijk schouwspel. We kijken hoe vissers met een handige beweging hun netten uitgooien. We besluiten wat te gaan zwemmen. Het water is heerlijk warm. Dit is echt heerlijk genieten. Niets moet, alles mag. 's avonds gaan we eten bij een restaurant dichtbij het hotel. Er staat sushi op de kaart! Jummie! De sfeer is er heerljk rustig en romantisch, een zanger met een gitaar voegt net dat beetje extra toe. Het nabije festival is ook nog steeds in volle gang. Tot diep in de nacht klinkt de luide muziek door.

De volgende dag gaan we er extra vroeg uit. Aan deze kant van de golf van Thailand kan je de zon zien opkomen uit de zee. Dat willen we meemaken. We haasten ons naar het strand, waar we stilte en rust verwachtten maar er klinkt nog steeds muziek van het festival...Het is werkelijk prachtig om de zon te zien opkomen uit de zee. Een vriendelijk hondje besluit gezellig met ons mee te kijken en nestelt zich naast ons in het zand.

Vriendelijke viervoeter op het strand



Het wordt steeds een beetje drukker op het strand. Gymende mensen, vissers, mensen die net als wij naar de zon kijken. Dan komen er mannen voorbij die naar ht schijnt hun koeien uitlaten op het strand. Dan schiet me ineens te binnen dat men hier in de buurt aan stierenvechten doet. Niet zoals in Spanje, maar 2 stieren tegen elkaar. Een gevecht kan een paar minuten maar ook uren duren. Het is de bedoeling dat de ene de andere stier uit de ring duwt. Er wordt flink op gewed. En ja hoor, het zijn stieren! Ze steken als silhouetten af tegen de opkomende zon. Klein cadeautje voor ons....

De dag besteden we met fietsen zoeken die we wederom niet vinden en misleidt worden door een irritante man, die nadat we zijn niet goede bedoelingen doorhadden van geen wijken wist. Uiteindelijk flink gefrustreerd hem een paar baht gegeven en hem weg gestuurd. Daarna kwam natuurlijk ook een vriend geld bedelen. Wat een zootje! Al 2 nachten slacht geslapen ook en ook niets aardigs verder kunnen vinden in dit stadje. We besluiten ons echter niet van de wijs te laten brengen. Moe van het vele lopen door de stad maken we ons op voor het diner, maar het restaurantje waar we gister zo leuk hebben gezeten blijkt gesloten te zijn. Weer een teleurstelling. Dan maar in het hotel wat eten. Het restaurant is erg ongezellig, we besluiten in de bar te gaan zitten. Daar is men druk bezig met karaoke, en helaas voor ons kunnen ze er niets van. We eten snel ons eten op en vertrekken naar onze kamer.

Om 3 uur word ik wakker van luide rockmuziek. Het komt van buiten. Ik probeer erdoorheen te slapen, maar dat lukt niet goed. We willen heel graag nog een keer de zonsopkomst zien, maar om half 6 regent het behoorlijk. Jammer. Dan is voor mij de maat vol. Hier wil ik niet langer blijven. We kwamen hier voor rust, maar hebben niets gevonden wat daarop lijkt.

We vertrekken vandaag nog naar Hat Yai.

Nong Khai

Uitzicht vanuit de trein Bangkok-Nong Khai

9 oktober 2008
2 uur later dan volgens het spoorboekje, (de trein heeft blijkbaar 2 uur stilgestaan vannacht terwijl wij sliepen) zijn we in Nong Khai aangekomen. Op het perron worden we overspeld door tuk tuk chauffeurs die on naar het centrum willen brengen. We hebben echter geen flauw idee waar we naar toe moeten, en we hebben trek! We besluiten eerst te ontbijten op het station. Daarna nemen we een tuk tuk naar het centrum en gaan naar het Riverside hotel. Het is een groot hotel en we bekijken eerst de kamer. Het uizicht is werkelijk prachtig: We hebben wijds uitzicht op de rode mekongrivier en Laos aan de overkant. De kamer zelf is minder adembenemend. Overal vochtplekken in het plafond en muren, niet echt schoon: eigenlijk is het een aftandse oude troep! Toch besluiten we hier te blijven. We hebben geen zin om de hele dag te zoeken naar een geschiktere verblijfplaats en we hoeven er alleen maar te slapen.

We trekken erop uit. We gaan op zoek naar een internetcafe. Op weg daarnaartoe spotten we een fietsenverhuur! We besluiten de fietsen te huren voor de rest van de dag. Het internetcafe zit vol met jonge, in oranje gewaden gehulde, monniken die computerspelletjes spelen. Het duurt nog ongeveer een kwartiertje voor we erbij kunnen zegt de eigenaar. Als we wat willen drinken moeten we naar de bar ernaast gelegen, en dat doen we. We bestellen een Singha biertje en raken aan de praat met de mensen in de bar. De bar is van een Zwitser die met zijn Thaise vrouw in Nong Khai woont. Enige tijd later schuiven er meer mensen aan: twee blanke mannen en een Thaise vrouw die bij een van de mannen hoort. Het wordt zowaar erg gezellig en we vergeten het internet. We eten nog wat en besluiten verder te gaan.

We fietsen langs de rivier en komen uit bij een gezellige markt. Het blijkt de indochina markt te zijn. Ze verkopen vooral verse vis, maar ook insecten, eenden, en kikkers. Een man met een karaoke megafoon verkoopt een soort Tupperware bakjes.

De Indochina markt in Nong Khai

Het valt ons op dat er in deze plaats nauwelijks toeristen zoals wij te vinden zijn. De enige farang zijn mannen van middelbare leeftijd die hand in hand lopen met een Thaise vrouw.
Dat viel me in Surin ook al op...Wij hadden gedacht dat deze praktijken zich voornamelijk in de badplaats Pattaya en op de eilanden zouden afspelen maar blijkbaar is het in het noord-oosten ook enorm populair je hier te vestigen met je Thaise vrouw.

We bekijken wat tempels. Bij een van de tempels zijn een 3-tal mannen bezig met het vervaardigen van een longboat. Dit zijn smalle lange houten boten die gebruikt worden bij longboat wedstrijden. Misschien maken ze het wel klaar voor het Naga fireball festifal dat morgen in deze plaats van start gaat.
Tijdens het Naga Fire Ball festival, schijnen er brandende bollen uit de Mekong op te stijgen. Dit natuurfenomeen is nog steeds niet wetenschappelijk te verklaren en er zijn mensen die menen dat het hier om een hoax gaat.... De vuurbolletjes zijn alleen te zien op 14 oktober tijdens de volle maan. Dan zullen wij hier niet meer zijn om het natuurwonder mee te maken.

De volgende dag huren we de fietsen weer. De man van de verhuur vraagt waar we verblijven. Als hij hoort dat we niet zo tevreden zijn over het riverside hotel (hoewel we er wel heerlijk geslapen hebben) weet hij een leuke guesthouse, gloedje nieuw en net een maand open. Hij wil ons er wel even heenbrengen het is precies om de hoek. We bekijken er een kamer en we besluiten om te boeken naar deze guesthouse. Het ziet er zeer netjes uit en de eigenaar is erg vriendelijk. Als we willen kunnen we het zelfs per maand huren voor maar 80 euro! Er zijn mensen die hier permanent wonen. Dat is in onze ogen toch echt een schijntje. Je kamer wordt er voor schoon gehouden, handdoeken hoef je niet eens te kopen, airco in de kamer, warm water, etc etc....

Daarna gaan we naar de Apple bar voor ons ontbijtje. Deze tip hebben we gister gehad van de Zwitserse man die we in de bar hadden ontmoet. We laten het ons heerlijk smaken. Na het ontbijt gaan we informeren hoe een visum te krijgen voor Laos, we zitten er tenslotte een steenworp vanaf. Via de friendshipsbrug ga je door de douane.

We begrijpen van de Thaise vriendin dat we per busje naar Laos kunnen gaan, en op de brug een visum kunnen kopen.
We begrijpen het niet echt goed, maar we gaan op zoek naar het busstation dat bij de brug moet zijn. Bij de brug staan alleen maar tuk tuk chauffeurs. Zij vertellen weer dat we naar het politiebureau moeten gaan. Ok, doen we. Daar aangekomen op onze fietsjes wil de politieagent ons iets uitleggen maar hij spreekt geen engels. We moeten hem maar volgen terwijl hij met de auto voorgaat. We komen uit bij det toeristenpolitie. Die stuurt ons vervolgens naar het toeristen info bureau (TAT), net buiten de stad. Vooruit, we fietsen er gewoon eventjes heen, toch? Wederom over de snelweg uiteraard....
Bij de TAT wordt ons verteld dat we per minibus over de brug moeten gaan en op de brug het visum moeten kopen. Dus precies wat het eerste vrouwtje ons had verteld klopt! Hahaha! Ons lachen verstomt echter als we de prijs van het visum horen. 1500 Baht per persoon...dat is ons te veel voor slechts 1 dagje Vientiane, Laos.

Op de terugweg komen we langs een groot winkelcentrum. Roel vindt er een paar leuke shirtjes en korte broeken.

Eetstalletjes op het Naga fireballsfestival

s Avonds begeven we ons naar de boulevard aan de Mekong. Het festival is in volle gang. Overal eetstandjes en etende mensen. Live muziek vanaf het podium waar stoeltjes in een nette rij voor staan maar waar niemand op zit. Een gezellige bedoening. Alleen erg druk bij de eettentjes. Verderop is de kermis; ballen gooien gipspoppetjes schilderen, een hakkelende draaimolen met neonkleurige dieren erop en een schiettent. We hebben ons weer verbaasd over de Thaise variant. Er wordt niet met kogeltjes maar met een rubber dopje geschoten en je kan gewoon met je op spanning staande geweer even naar je vrienden toelopen en ze wild met geweer in het rond zwaaiend begroeten. Levensgvaarlijk! Als je gewonnen heb mag je een verschrikkelijk lelijke knuffel uitzoeken.

Eigenlijk is het niet eens zoveel anders als bij ons....

Prasat Phnom Rung

Prasat Phnom Rung

8 oktober 2008
Om 8 uur staan we wederom present bij Aeey en Nieey. We treffen alleen Aeey aan die ons een vrolijk goedemorgen toewenst. Ze zegt dat haar zus zo terug komt, ze is namelijk ontbijt aan het halen voor ons allemaal. In Thailand is het in steden gebruikelijk je eten op straat te kopen. Bijna niemand kookt in zijn of haar eigen woning. Och jee! We hebben net ontbeten! Als ze terugkomt met zakjes kleefrijst en gebarbecuede kipsateetjes en hete saus (en dat om 8 uur s ochtends!) nemen we uit beleefdheid toch maar wat. Erg lekker trouwens.

Na het ontbijtje vertrekken we richting Buriram, waar het Khmer heiligdom Prasat Phnom Rung nabij gelegen is. Deze prasat is een belangrijke hindoetempel en is gebouwd in de 10e eeuw op de uitgebluste vulkaan Khao Phnom Rung. De tempel symboliseert het verblijf van Shiva op de berg Kraiasa. Deze tempel ligt net als de vele andere tempels die in deze omgeving te vinden zijn op de route naar het heiligste Khmer bouwwerk Angkor Wat in Cambodja. Een leuk weetje over deze tempel: op 14 april, (dit is op Songkran oftewel Boeddhistisch nieuwjaar) is de zonsopkomst te zien door alle 15 poorten van het complex.

detail

Op de tempel staan perfect geconserveerde en gerestaureerde afbeeldingen van hindoegoden zoals de 10-armige Shiva, Nandin de stier die het rijdier van Shiva was, de Naga slangen, (mythologische slangen met meerderde koppen) die als een brug gebouwd zijn en zo die de tempel moeten beschermen. Het is een indrukwekkende belevenis hier rond te lopen. De details van sommige sculpturen zijn zo duidelijk dat het lijkt of ze pas uitgehouwen zijn. In sommige donkere torens wonen vleermuizen. Ze kwetteren en piepen er op los duidelijk makend niet van flitslicht te zijn gediend. We laten de kleine beestjes maar met rust.

De meiden en Roel zitten in de schaduw geduldig op me te wachten terwijl ik met mijn camera het ene na het andere prachtige plaatje schiet. Als ook ik alles gezien heb gaan we lunchen; dit keer mai phet graag! We zitten gezellig en nemen uitgebreid de tijd. Af en toe moeten we de bedelende honden en katten letterlijk aan de kant schoppen. Als de restaurantmedewerkster het in de gaten heeft neemt ze deze taak dankbaar van ons over. Ze rent het hele terras over achter de honden en katten aan, maar het zijn net boemerangs. Ze heeft er haar handen vol aan.

Lekker eten met Aeey en Nieey


Dan is het tijd om naar het vliegveld te gaan. De meiden brengen ons graag weg maar willen liever dat we blijven en we wisselen e-mail adressen uit.
Bij het vliegveld aangekomen sterft het er van de politie en legermannetjes. We vragen wat hier gaande is. Het blijkt dat de dochter van de koning vandaag ook terugvliegt naar Bangkok. Misschien wel met hetzelfde vliegtuig als waarmee wij vliegen! Spannend hoor! Aeey en Nieey blijven nog even voordat wij inchecken en we roken samen buiten een sigaretje. Bij gebrek aan bankjes in de schaduw vraagt Aeey of we op de laadklep van een politieauto mogen zitten, en dat mag. Daar zitten we dan: omringd door wel 20, gelukkig zeer relaxte) soldaten en politiemannetjes die ook de schaduw hebben opgezocht...best een raar tafereel.

Dan nemen we afscheid van onze nieuwe vriendinnen die we stieken Kim en Kelly hebben gedoopt, vanwege de overeenkomst met de zingende tweelingzussen van onze favoriete band The Breeders. We zullen ze missen!

Mooi wolkendek gezien vanuit de Gulfstream onderweg naar Bangkok

We vliegen vlekkeloos naar Bangkok, scheuren met een taxi naar het treinstation Hualumpong in het centrum van Bangkok en checken in in de nachttrein. We reizen 1e klas en dat is te zien! Een prive coupeetje voor Sonja en Roel! We hadden minder verwacht. We kunnen eten bestellen in onze coupee. Wat een luxe! Het wordt Tom Yam Ga soep (hete thaise kippensoep) voor 2 personen, groente met vlees en gestoomde rijst. Wat een feest.
Dan worden onze bedjes opgemaakt en vallen onze ogen al snel dicht op het ritme en schommelen van de trein over de rails.

Morgenochtend zijn we in Nong Khai, helemaal bovenin het noord-oosten van Thailand aan de Mekong rivier, die hier de natuurlijke grens vormt met Laos.

Olifanten en zijde

lotusknop

7 oktober 2008
Om 8 uur zijn we present bij Pinyada travel. We waren enigszins bezorgd wat voor pick-up truck papa aan dochter heeft uitgeleend, maar gelukkig is het een groot exemplaar met een achterbankje. Anders hadden we vandaag zoals zoveel Thai doen los in het laadbakkie moeten zitten....

Natuurlijk zit Aeey nog druk te telefoneren, maar daarna krijgen we een hartelijk welkom. Haar zuster blijkt ook mee te gaan vandaag. Het reisbureautje gaat vandaag dus dicht. (Zullen we toch wel genoeg hebben betaald, denken we).
We komen er ook achter dat men in deze travel-toko normaliter helemaal geen toeristentrips boeken, maar meer zaken als vliegtickets boeken voor Thaise mensen. Dat verklaart het beroerde engels en het gebel van hot naar haar en het gebrek aan folders in het kantoortje. Nou, leuk voor hen dat ze ook eens een buitenkansje hebben. We beseffen ons zeer goed dat ze op deze manier veel meer geld kunnen verdienen dan ze nu doen. We proberen Aeey uit te leggen dat ze haar reikwijdte uit zou moeten breiden naar de buitenlandse toeristen en we menen een glinsterlichtje in haar ogen te ontdekken.

Dan gaan we op pad. Na een half uurtje door het platteland te zijn gecrossed, vele koeien en honden en diepe kuilen in de weg ontwijkend, komen we aan in het zijdedorp Ban Ta sawang. Er zijn meer handnijverheids dorpjes in deze streek te vinden met allemaal hun eigen specialiteit zoals zijde weven en zilver smeden.
Dit dorp staat er om bekend dat handmatig wordt geweven waarbij bijzonder ingewikkelde patronen van gouddraad, afkomstig uit India, worden gemaakt. Het is letterlijk monnikenwerk: om een lap stof te maken van 2,5 meter breed en 4 meter lang, zijn er 3-4 mensen 3-4 maanden bezig. Afhankelijk natuurlijk hoe ingewikkeld het patroon is. Per dag krijgen ze het voor elkaar ongeveer 4 a 5 cm aan de lap stof te weven. Ze werken er 6 dagen per week aan.

ingewikkelde patronen met gouddraad

Een lap stof kan wel 60.000 Baht opleveren (ca. 1200 euro). Wij kunnen het niet laten om dat even om te rekenen: 1200 euro per lap stof; 4 maanden werk; 4 vrouwen hebben eraan gewerkt: Dat is dus 100 euro per persoon per maand! Dan lijkt zon lap stof ineens zo duur nog niet! En dan is het nog niet eens gezegd dat het verkocht wordt.....
Gelukkig maken en verkopen ze ook andere prodcten al dan niet gemaakt van zijde die gretig aftrek vinden bij de toeristen: shawls, shirts, rokken, buideltasjes, etc...Ook deze zijn niet duur trouwens, Een kleine zijde shawl kost 100 Baht, een grote 200 Baht. We kopen een handgemaakte zijde lap (er is geen gouddraad in verwerkt overigens) voor 35 euro (uiteraard na afdingen). Mooi souvenir.

we rijden langs rijstvelden met waterbuffels

Daarna klimmen we weer in de auto om richting het olifantendorp Ban Ta klang te rijden. De mensen die in dit dorp wonen zijn van de Suay stam, bekend om enorm bedreven in het vangen en africhten van olifanten. De Suay zijn in de 9e eeuw vanuit Centraal Azie naar Thailand gekomen. De olifanten werden toen voornamelijk ingezet bij de bouw van de Khmer tempels.
De beesten werden ook gebruikt om te oorlog te trekken, later dus in de bouw en nu nog voornamelijk voor het jaarlijkse olifanten round up in Surin, een jaarlijks in november gehouden festival, waarbij de kunst van het olifanten-drijven wordt getoont aan het publiek afkomstig uit de hele wereld. Er doen dan meer als 200 olifanten mee, uitgedost met traditionele oorlogsversierselen, net als hun baasjes. Het moet ongetwijfeld een schitterend spectakel zijn.

Olifanten in Ban Ta Klang

We zijn aan de vroege kant in het olifantendorp en lopen een rondje. Overal staan olifanten geduldig te wachten. Ze staan allemaal met kettingen vast. Niemand kijkt raar op als we eigenhandig tussen de olifanten rond lopen. Wel wordt na enige tijd gevraagd of we niet een rondje op de rug van de olifant willen maken. De zussen staan bijna op en neer te springen van opwinding. Het antwoord is dus ja blijkbaar.
Ach, dan doen we toch gezellig mee? Het is bijna leuker het kinderlijke enthousiasme van Aeey en Nieey te zien dan het vooruitzicht voor ons op een olifant te gaan rijden. Wat een lol!
Helaas gaat de voorstelling en het olifantenbaden niet door als er maar weinig bezoekers zijn....

We willen eerst nog even wat eten. We vragen waar het restaurant is, maar we worden weer naar buiten het olifantenpark gedirigeerd, waar aan de overkant van de weg een klein restaurant is gevestigd. Of we Phet (heet) willen eten is de vraag...Het antwoord van Roel: Mai mie ban haa, (maakt ons niet uit) maakt iedereen aan het lachen. Die gekke farang (buitenlander) toch ook! En hij spreekt ook zo goed Thai!
Nou dat Phet hebben we geweten......Blussen met liters bier was niet afdoende! Hahaha! De tranen in onze ogen en zweten als een otter! De meiden moeten nog harder lachen als ze erachter komen dat het ook voor hen phet phet (heet heet) is. Maar het was wel erg lekker. We hebben papayasalade gegeten (althans geprobeerd), een specialiteit van Surin.
Voor wie in een soortgelijke situatie terecht komt: rijst helpt het best.

Daarna gaan we dus het ritje op de olifant maken waar vooral de meiden naar uit gekeken hebben. Het is een rondje van niets maar het was wederom lachen met onze nieuwe Thaise vriendinnen. Dan horen we dat er toch een show komt. Er zijn meerdere toeristen in het dorp aangekomen. Joepie! Ik heb geen idee wat ik me erbij moet voorstellen. Ik hoop een voorbeeld van het trainen van de olifanten voor de round up in Surin volgende maand, met traditionele versierselen. Helaas is het een circusvooerstelling compleet met olifanten voetbal, bassketbal, schilderen en op de achterpoten staan. Gelukkig lijken de dieren er enorm lol in te hebben.Het door een olifantje beschilderde t shirtje laten we toch maar links liggen.
Dan is het weer tijd om naar huis te gaan. We krijgen een cadeautje van Aeey en Nieey: twee houten olifantjes met (na uitleg dat ivoor invoeren voor ons niet is toegestaan) plastic slagtandjes. Wat lief! We hebben deze lieverds in ons hart gesloten.

Aeey en Nieey op de olifant


Bij aankomst in Surin spreken we af dat we de volgende dag wederom om 8 uur present zijn. We checken in bij een ander hotel gezein het feit dat ons hotel vol was en we toch nog een nacht in Surin willen blijven. Ook een goed hotel, niet zo chique als het vorige, maar het voldoet uiteraard prima. We eten wat in het restaurant waar de airco op -10 staat afgesteld en drinken nog wat bij het zwembad waar een dj het geheel muzikaal opleukt. Bij gebrek aan een zangeres bedenk ik dat ik zelf misschien een muzikale duit in het mandje kan doen, en begeef me op het podium. Karaoke is hier volksvermaak nummer 1 dus het maakt niet echt uit of je het goed doet of niet. Een trouwens, ze kennen me hier toch niet. Iedereen vind het leuk en ik moet nog een paar liedjes doen...

Ik zing een riedeltje mee

In ons nieuwe bedje denken we terug aan een wederom zeer geslaagde dag en avond en dan vallen onze oogjes dankbaar dicht.....

zaterdag 11 oktober 2008

Surin



6 oktober 2008
Deze dag moeten we noodgedwongen een aantal dingen regelen vanachter de computer. We hebben min of meer op schema gezet waar we nog meer naar toe willen hierna, wat we daadwerkelijk in Surin willen gaan zien en hoe we van A naar B moeten zien te komen.

Ons plan is geworden dat we na een paar dagen Surin verder trekken naar het noorden, het mekong-dal, waar de Mekong de grens vormt met Laos. De plaats waar we heen willen heet Nong Khai. Maar dan: hoe gaan we daar komen? Het lijkt erop, na enig zoekwerk dat het het handigst is om eerste terug te vliegen naar bangkok, en dan per slaaptrein rechtstreeks naar Nong Khai te reizen. Dus dat gaan we regelen. We boeken de vlucht wat ons omgerekend ongeveer 50 euro p.p. kost, en dan gaan we naar het treinstation om onze treintickets alvast te kopen. Ok. dat is geregel. Nu nog de tripjes in Surin: het olifantendorp, het zijdedorp en de Khmertempel Prasat hin phnom rung. Een van de meest grote en intacte tempels in de buurt.

We lopen naar de bar van de Engelsman die ons gister de tip met betrekking tot ons hotel had gegeven.
Daarnaast zien we echter een soort reisbureautje: Pinyada Travel. We besluiten hier info te vragen. Er zitten twee dames in het kantoortje. Een zit druk te bellen, de ander speelt een computerspelletje. Ze hebben het druk hier!

Als de ene dame is uitgebeld proberen we duidelijk te maken wat we willen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan als je elkaar niet begrijpt bij gebrek aan een gemeenschappelijke taal om mee te converseren! Als het haar begint te dagen wat de bedoeling is, begint ze druk te bellen, af en toe een msn-bericht tussendoor beantwoordend. De andere dame bemoeit zich schijnbaar nergens mee.
Na een tijdje werkeloos te hebben toegezien hoe ze de halve wereld heeft afgebeld, komt ze met een voorstel. Voor twee dagen vraagt ze 160 euro! Hallo! we willen niet naar Tokyo en terug!

Dat moet anders kunnen. We snappen niet waarom het zo duur moet zijn. Het lijkt erop dat ze een taxi met chauffeur heeft geregeld. Dat maakt het geheel zo duur. We vragen of ze zelf geen auto heeft, en iemand van het kantoortje niet als chauffeur kan fungeren. We zien een begrijpende maar ook verbaasde blik. Alsof ze dacht "waarom ben ik hier zelf niet opgekomen....kassa!"

Ze wil zelf wel meegaan, met haar vaders pick-up truck. Dan denkt ze koortsachtig na over haar vraagprijs. De buurvrouw, die met een "farang" getrouwd is, wordt erbij gehaald voor assistentie. Ze is duidelijk niet gewend om zoiets te regelen voor toeristen. Dan noemt ze haar prijs. Ok, dat is al met 50% gedaald! Beter. Maar dan begint ons spel. Wij doen uiteraard ook een tegenbod. Natuurlijk zijn we eruit gekomen naar ieders tevredenheid.

Alleen een maar....papa weet nog niet dat dochterlief zijn auto 2 dagen heeft verhuurd aan 2 Nederlandse farang......Hij vindt het na weer een belletje allemaal best. Zo. Dus dat is, een paar uur later inmiddels, ook in the pocket.
We spreken af morgenochtend 8 uur present te zijn bij Pinyada travel voor onze eerste dagtrip naar het zijdedorp en olifantendorp, bij Aeey en Nieey...Ik ben benieuwd. Volgens mij zijn ze zelf ook nog nooit op de plaatsen geweest waar we morgen en overmorgen naar toe zullen gaan...lachen toch!

We besluiten de rest van de dag Surin te verkennen. Hier ergens moeten ook olifanten zitten....Er staat een olifantje getekend op het plattegrondje dat we bij het hotel hebben meegenomen. we krijgen ook trek. We stoppen bij een kraampje waar een dame achter een verrijdbaar eetstalletje met gigantsche wok banaan en cassave aan het frituren is. Haar gezicht ziet er enigszins vreemd uit: of ze is met haar gezicht in het beslag gevallen, of ze had haar afspraak met haar schoonheidsspecialist moeten cancelen en dacht vervolgens: "Wat zij kunnen, kan ik zelf beter! En ik doe evengoed mijn nieuwe rode lippenstift op vandaag" De lekkernijen zijn werkelijk heerlijk en de mevrouw is ook erg vriendelijk.

pipo de clown bakt banaantjes

Dan begint het weer eens te regenen. Wederom met bakken uit de lucht natuurlijk.
We schuilen en aanschouwen, knabbelend aan onze snack, het natte straat tafereel. De stroom valt meerdere keren uit. Als het droog is lopen we weer verder. We vinden geen olifanten, wel een olifanten monument van , hoe kan het ook anders, meneer Surin. Hij was een bedreven olifantendrijver van de Suay stam en heeft volgens de overleveringen de weggelopen witte olifant van Rama de zoveelste (toemalige koning van Thailand) gevangen en teruggebracht. Eenmaal per jaar, in november, vindt in Surin het olifantenfestival plaats, waar wel 200 olifanten aan mee doen. De olifantendrijvers zijn dan gekleed in de traditionele kleding van de Suay stam. Dit gaan we helaas niet meemaken. Moet indrukwekkend zijn. Er komen mensen van over de hele wereld naar toe.

Jungle tour in Khao Yai


4 oktober 2008
Goed....waar was ik gebleven!? Oh ja, we gaan de jungle in. Ik zal jullie er mee naar toe nemen, of er althans een poging toe doen om het jullie mee te laten beleven.

Na een warme maar ongestoorde nacht in de simpele kamer van onze lodge (wel een kakkerlak met de afmeting van een muis buiten onze kamer gezien gister voor we gingen slapen....brrrr!), ontbijtje en een bak koffie waar je haren recht van overeind gaan staan, zijn we er klaar voor! Vandaag gaan we met 8 andere mensen die ook in de lodge verbijven het regenwoud verkennen. In de song thaew (wat bus met twee banken betekend) gaan we op weg. De weergoden zijn ons gelukkig goed gezind. De mensen die gister terugkwamen van dezelfde tocht hadden het minder getroffen: het heeft daar de hele dag geregend...

In het Nationaal parc aangekomen krijgen we van de gids (Mr. A) anti-bloedzuigersokken aan. Dat hoeft alleen gedurende de natte moesson. We denken dat het zo'n vaart niet zal lopen, maar het tegendeel blijkt al snel. Als je je ook maar een stap in de berm van de weg begeeft springen de kleine bloedzuigers gretig tegen je sokken op om zich (verbazingwekkend rap) een weg naar boven te banen, waar het naakte vlees zich bevindt. Iedereen is ineens meer bezig met de bloedzuigers weg te bonjouren van de sokken dan met de prachtige natuur! Bij het instappen in de pick-up truc heeft Roel een beet te pakken. Een grote druppel bloed hangt aan zijn elleboog. Dat belooft wat!

We rijden een stukje verder en al snel begint de gids enthousiast te gebaren naar de chauffeur dat hij de auto stil moet zetten. Hij heeft apen gespot! Joehoe! Apen!
Het blijkt dat het om makaken gaat. Ze leven veel op de grond, waardoor je ze regelmatig kan spotten. Er zijn opvallend veel baby's in de groep, die zich met hun kleine tengeltjes stevig vasthouden aan hun mama's. Enige minuten later volgt de verklaring voor de baby-boom onder de makaken: Een groot mannetje demonstreert midden op de weg de kunst van het apen-paren. Het wijfje kijkt dankbaar naar hem op. Wat is de natuur toch mooi!

Even verderop moeten we weer in de berm kijken, waar een python met de omvang van een onderbeen en zeker 2 meter in lengte, zich ontdoet van zijn of haar velletje. Helaas heeft hij zich zo goed gecamoufleerd, dat het onmogelijk is het beest op de gevoelige plaat te krijgen. De slang ligt gelukkig rustig te slapen. Ik had anders waarschijnlijk als Speedy Gonzales zo snel weer in de pick-up gaan zitten. Binnen 10 minuten al 2 soorten wilde dieren gezien dus.
Ok....Op naar de olifanten, tijgers en Gibbons dan maar!

Dan gaat het regenen. E niet zo'n klein beetje....het komt werkelijk met bakken uit de lucht. De gids vraagt ons wat we willen: wandelen in de jungle of naar de waterval. De kans dat we in de regen wilde dieren gaan spotten is namelijk erg klein. We besluiten nog even naar verderop te rijden en hopen dat het snel ophoudt met regenen. En dat gebeurt gelukkig. Blij en stoutmoedig gaan we de bossen in. Glibberige paden trotserend, goed ingepakt in wegwerp-regenmanteltjes.



De gids kijkt voortdurend omhoog naar de bomen, die zo hoog zijn dat je de toppen amper kunt zien. Hij kijkt uit naar gibbons begrijpen we. Hij probeert ze te lokken met geluiden. Als je niet beter weet zou je denken dat er een vlakbij was. Maar het mag niet baten...geen aap te bekennen. De natuur is ondanks de regen overweldigend mooi. Enorme bomen, vreemde paddestoelen, termieten die in een holle boom leven, lianen, planten met enorme bladeren en natuurlijk onze kleine, dansende, bloedzuigende wormevriendjes!
Na een tijdje geen dieren gespot te hebben begint iedereen lekker met elkaar te babbelen, wat uiteraard de kans om dieren te spotten niet vergroot. We zien gek genoeg geen vogels of vlinders, zelfs niet toen het niet meer regende.



Na enige uren gaat het bos over in een uitgestrekte groene vlakte van manshoog olifantengras, met rode aarde paden en verspreide bomen. Wat een prachtig gezicht. We komen bij een uitkijktoren, die goed beeld geeft op een olifanten-ontmoetingsplaats. Hier zitten veel mineralen in de grond die de beesten nodig hebben. Maar al wat we zien, geen olifanten. Wel een paar verse sporen en hier wel enorm veel felgekleurde vlinders.



De lunch gebruiken we bij een mooie waterval. Ik had al gelezen dat hier de bekendste scene uit de film The Beach is opgenomen.

Op de terugweg spot de natuurgids toch nog een reuze eekhoorn en een gibbon. We kunnen er naar kijken met de telescoop, anders zijn ze niet te zien zo hoog en ver. Wel een mooi gezicht.
Voldaan keren we terug naar de lodge. Natuurlijk jammer dat we niet meer dieren hebben gezien, maar de ervaring was onvergetelijk.

s Avonds maken we plannen waar we morgen naartoe zullen reizen. Onze keuze valt op het plaatsje Surin, ongeveer 70 kilometer van de Cambodjaanse grens. In die omgeving zijn 10 eeuwen oude Kmer tempelcomplexen te vinden. In Surin wordt, volens de reisgids, de beste zijde van Thailand gemaakt,veel nog met de hand en hier vindt het jaarlijkse olifantefestijn plaats.

Per comfortabele airconditioned bus verlaten we een paar uurtjes later Pak Chong. We komen erachter dat het een zeer comfortabele manier is om van A naar B te komen. Onderweg stopt de bus zelfs voor een eetpauze.
Aangekomen in Surin informeren we bij een pub met Engelse eigenaar waar we goed kunen slapen in Surin. The Majestic wordt het, wat een zeer luxueus hotel blijkt te zijn. Heel wat anders dan de lodge!

's Avonds zien we hier de olifant waar we gister de hele dag in de jungle naar uitgekeken hebben! Gewoon op straat, lopend met een rood knipperend achterlichtje aan zijn staart,langs eetstalletjes en hevig knetterende tuk-tuks! Nou ja, het moet toch niet gekker worden!

zaterdag 4 oktober 2008

Khao Yai National Parc


Foto: vleermuizen vliegen uit de grot

3 oktober 2008
Vanmorgen op de trein gestapt naar Pak Chong een plaats in het Noord oosten van Thailand, ookwel Isaan genoemd. Deze streek is niet erg toeristisch door de ligging nabij Laos en Cambodja, maar laat het authentieke Thaise leven zien. Het gebied heeft een zeer rijke historie. De Khmer heerste er van de 9e tot de 13e eeuw. Daardoior zijn er in deze streek nog veel herinneringen aan die tijd te aanschouwen in de vorm van verloren Khmer tempels.
De beste zijde van het land wordt hier gemaakt. Er zijn enige archeologische sites te bezoeken over prehistorisch Zuidoost Azie. Maar wij gaan eerst naar het natuurpark Khao Yai.

De treinreis is erg aangenaam, we reizen in 2,5 uur voor een voor onze begrippen klein bedrag naar Pak Chong. Daarvandaan moeten we vervoer zien te regelen naar het Nationale Park. In de trein komen aan de lopende band verkopers langs met eet en drinkwaren. Hele maaltijden kan je kopen: rijst met groente en vlees of gedroogde vis op een stokje, gekookte eitjes enzovoort.

Als we de trein uitstappen komt er al gelijk een dame op ons af die ons een verblijfplaats in haar lodge aanbiedt. Ze bieden ook dagtrips aan naar het parc. Dat spreekt ons wel aan en we gaan met haar mee. Ze is zeer goed geluimd en goedlachs en begint ons in haar enthousiasme gelijk allerlei Thaise zinnen te leren. We zijn geinteresseerd om het te leren, maar ze gaat we heel erg snel....Wel leuk.

De lodge is zeer keurig. Heeft een grote tuin, een zwembad en we kunnen gratis gebruik maken van het internet.
De kamer is simpel met een ventilator.
We boeken gelijk een tour van 1,5 dag erbij.



De eerste tour begint diezelfde middag. We worden meegenomen naar een grot in de buurt. Hier huizen zo'n 50.000 vleermuizen van 2 verschillende soorten. Een kleine soort en een grotere, de wrinkled lips vleermuis. We zien ze hangen aan het plafond. Wat schattig! Ik kan er geen genoeg van krijgen en heb er een paar mooie foto's van kunnen maken. De grot werd vroeger gebruikt als Boeddhistische tempel en er zijn dan ook verschillende Boeddha beelden te vinden. We zien hier ook twee soorten grote spinnen: een soort vogelspin en een schorpioenspin. Beide zo groot als een mensenhand. Heel eng, maar ze bewogen niet al te erg, en ook deze staan op de gevoelige plaat.

Daarna gaan we naar een andere plek om de vleermuizen met miljoenen tegelijk uit te zien vliegen. We moeten haasten, want de vleermuizen wachten niet op ons! Achterin de Thong saew (pick-up truck met banken) rijden we snel naar de uitvliegplek. Het is al begonnen! In een lint van vele kilometers lang zien we de kleine gevleugelde zoogdiertjes uit hun grot vliegen, op zoek naar hun avondmaaltje: insecten.
Een majestueus gezicht. Geweldig om mee te maken. We eten wat fruit, door de gids meegebracht.
Wat een belevenis! Iets om te onthouden.

Morgen gaan we naar het natuurpark. Hopelijk zien we wat wilde dieren daar. Er leven tijgers, olifanten, herten, verschillende soorten gibbons, makaken, veel verschillende soorten slangen en uiteraard vele vogelsoorten en insecten. Ook bloedzuigers ben ik bang. In de beschrijving van de trip staat dat we bloedzuigersokken aan krijgen als we te voet door het regenwoud lopen....

Ik hoop op veel mooie vogels en apen in ieder geval, en hoop uiteraard de grote geslurfde jongens te mogen aanschouwen in het wild. Een tijger zal wel niet tot de mogelijkheden behoren, maar je weet maar nooit. Misschien hebben we geluk.

En anders drinken we toch gewoon een een Singha (betekent tijger in het Thais) of Chang (olifant) biertje na afloop als troost.....

Ayutthaya per fiets



2 oktober 2008
Per taxi zijn we vandaag naar Ayutthaya vertrokken. Het rumoerige en met smog vervulde maar oh zo levendige Bangkok achterlatend. Onderweg informeren we naar een verblijfplaats in de stad van aankomst. De taxichauffeur weet wel een leuke guesthouse aan het water bij een familie thuis. Als we daar arriveren kijken we eerst hoe het er binnen uit ziet en we mogen niet klagen. Het is een echt thaise woning gebouwd van teakhout. De kamer is erg netjes. We hebben onze eigen veranda en kijken uit op de rivier. We delen de badkamer met de andere gasten, maar in de badkamer zijn aparte douchecellen met eigen toilet, douche en wasbak. Erg netjes dus. En dat voor de helft van de prijs van wat we in Bangkok hebben betaald.

Na ons geinstalleerd te hebben besluiten we erop uit te trekken. We hebben al bedacht een fiets te gaan huren om de ruines van het eens glorieuze Ayutthaya te gaan bezichtigen.



Ayutthaya werd rond 1359 gesticht door koning Ramathibodi I. Het was toen een koninkrijk, Thailand zoals we dat nu kennen bestond nog niet. Het waren allemaal kleine koninkrijkjes, die voortdurend strijd met elkaar leverden. Bijna 100 jaar later werd het koninkrijk Sukhothai ingelijfd en werd het steeds met meer en mooiere tempels aangevuld. Het moet erg indrukwekkend en veel pracht en praal zijn geweest destijds. Zo'n 400 jaar later trad het verval in. De Birmesen brachten uiteindelijk het rijk ten val. Nu nog staan de ruines gewoon tussen de hedendaagse gebouwen in en worden de tempels met hun vele boeddhabeelden nog steeds vereerd. Het behoort inmiddels tot Nationaal Cultureel erfgoed van Thailand.



Het fietsen is zeer aangenaam in de hitte van de zon. We beginnen bij eethuis Malakor, waar we 4 jaar geleden heerlijk te gast zijn geweest, en ook nu is het er weer heerlijk vertoeven met uitstekende gerechten. En wat een rust is deze stad in vergelijking met Bangkok. Heerlijk gewoon.

We fietsen van de ene tempel naar de andere. Volgens het routekaartje zijn het er enige tientallen. De eerste is al erg mooi, pal daarnaast ligt al meteen de tweede. Bij een rustige tempel hebben we zelf ook een kaarsje gebrand, stokjes wierook en een bloemenkrans geofferd en een klein stukje bladgoud op de Boeddha gewreven. Precies de plek waar je het op de Boeddha wrijft symboliseert de plek op je eigen lichaam waar je iets goeds voor wenst. Als je het bijvoorbeeld op het hoofd plakt kan dat zijn omdat je van je hoofdpijn af wilt komen of van je zorgen.



Voor de laatste tempel moeten we even fietsen. We hebben de tempel met de reusachtige liggende Boeddha uitgezocht. Die ligt echter aan de andere kant van de rivier. We moeten daarvoor een hoge en zeer drukke brug over rijden.
Best een hachelijke onderneming. Maar ach, we hebben in Vietnam zo ongeveer 40 kilometer lang in soortgelijke omstandigheden gefietst, en we leven nog steeds. De volgende dag komen we erachter dat de voor fietsers bedoelde brug er pal naast lag....en wij ons maar afvragen waarom iedereen zo vriendelijk naar ons toeterde.....

Na 4 of 5 tempels en enige uren later geloven we het wel. Alles is erg mooi, maar wel veel van hetzelfde. We kopen wat te drinken en besluiten weer terug te fietsen naar de stad en een verfrissing te halen ergens.
Als de Iced coffee op is fietsen we verder. We moeten al snel de remmen van de fiets stevig inknijpen om niet een (in hoeverre dat kan) haastig overstekende schildpad te overrijden. "Die moet gered worden!" is onze eerste reactie. We veroorzaken met de reddingsactie een kleine verkeersopstopping, waarbij iedereen die het tafereel aanschouwt levendig aanmoedigt hoe we het moeten doen. De schildpad zwemt weer vrolijk en ongedeerd in de Chao Praya rivier waar ik hem eigenhandig heb vrij gelaten. Dat voelt goed! We hebben een dier gered!

Na het inleveren van de fietsen lopen we terug in het hotel voor een welverdiende pint en wederom (hoe kan het ook anders) heerlijk eten.
We duiken vroeg onder de wol, want we vertrekken morgen al vroeg per trein naar Khao Yai National Parc nabij Pak Chong in het Noordoosten van Thailand. Spannend! Het park bestaat uit origineel regenwoud met de daarin behorende dieren. Ben zeer benieuwd!

Roel op de veranda van de guesthouse

vrijdag 3 oktober 2008

Vogelnestjes? Kan je die eten dan?!


1 oktober 2008
Wat Pho was weer schitterend! Wat een prachtige tempel zeg! Het complex stamt uit de 16e eeuw en is beroemd om de fraaie details en zijn massage school.

De massages die wij gedaan hebben zijn de traditionele thaise massage en voetreflexmassage. De massage stamt vermoedelijk uit de tijd van de Boeddha en is verwant aan Chinese accupunctuur en Indiase Yoga.
De masseurs zijn gespecialiseerd in het uitrekken van de ledematen om allerlei kwalen weg te nemen.
En dat hebben we geweten! We worden door de masseurs helemaal dubbel gevouwen, met ellebogen en voeten bewerkt, met stokjes in onze voeten gepriemd....Helemaal groggy komen we na 2 uur weer naar buiten. Maar wat een weldaad. Het eerste uur kunnen we niet helder denken van de totale onstpanning.
Eerst maar weer wat eten. Phad Thai bij een eetkraampje aan de Chao Praya rivier. Waarschijnlijk het meest beroemde Thaise gerecht. En nu snappen we waarom. Wat lekker was dat zeg!

Aan de oever van de rivier kunnen we met de veerboot naar de overkant naar de tempel Wat Arun. We kunnen ook met een longtailboot een tochtje door de grachten van Bangkok, de khlongs, maken. Het laatste doen we. Met ons laatste geld kopen we een kaartje ver onder de aangeboden prijs. We krijgen een prive rondvaart. De schipper stuurt ons behandig in de slanke, met veelkleurige bloemensnoeren versierde boot door de kanalen. Dan moet ik sturen van hem.....help! Als je ooit hebt gezien hoe een longtailboot eruit ziet snap je waarom ik dat schrijf: de boot heeft niet een simpel buitenboord motortje, maar word aangedreven door een heuse vrachtwagen motor! Het gevaarte steekt zeker een meter of 3,5 aan de achterkant van de boot uit, en kan een zeer hoge snelheid bereiken...En dat moet ik bedienen? Maar ach, je moet alles een keer gedaan hebben, toch?
Bij een sluis worden we de boot uit gezet. Volgens de schipper kan het wel even duren voor hij open gaat. We krijgen nog 20 Baht toe om de veerboot weer naar de overkant te nemen. Dat is lachen! Hebben we extreem weinig betaald voor het boottochtje, krijgen we nog geld toe ook! Later horen we van andere toeristen dat ze het dubbele hadden betaald als wij.

We zijn weer in de buurt van Wat Pho. Voordat we op reis gingen heb ik veel blogs gelezen van reizigers door Thailand. In een van die verhalen las ik dat ze in de buurt van deze tempel in kruidenwinkeltjes smeersels verkopen tegen allerlei kwalen. Zij moet inmiddels bij elke Thailandreis voor haar hele familie smeersels meenemen, dus dan moet het wel goed zijn.
Ik laat aan het vrouwtje in het kruidenwinkeltje mijn insectenbeten zien en ze wijst op een gifgeel smeerseltje met Thaise opschrift. Die nemen we. Ook een pot met zwarte kruidensmeersel tegen nekpijn. En verrek! als ik het op de insectenbeten smeer is de jeuk in no time verdwenen!

Daarna hebben we Khao San road in de backpackeswijk verkend. Wat een kermis! neon verlichtin, kraampjes waar je kleding kan kopen, je haar in kunt laten vlechten met dreadlocks, een rijbewijs of perskaart kunt laten (na)maken, coctails kunt drinken en nog veel meer van dat. Uiteraard mag de Burger King hier niet ontbreken. Uit alle stalletjes klinkt andere snoeiharde muziek. Er lopen vrouwen van de bergstammen in hun klederdracht souvenirs te verkopen.
Alles wat wij niet leuk vinden vind je hier. Na een drankje en een hapje en internetten gaan we snel weer weg van hier. Terug naar het veeeel leukere China town.

Daar aangekomen valt Roels oog op een winkel in een zijstraat van ons hotel: "Birdsnests"
Buiten staat een vrouw achter een stellage met kokende metalen pannetjes. Het stoom komt er af. Even kijken dan maar? We zien binnen een grote winkel met planken met glazen potten met een soort beige kommetjes. Net een soort fijne geweven bakjes. Overal staan verschillende prijzen op, oplopend tot 8000 Baht.
Buiten staan op de verschillende pannetjes ook prijzen.
We vragen wat ze hier verkopen. We horen dat het vogelnestjes soep is! Echte vogelnestjes? Ja, het hoofdingredient van deze soep zijn echte vogelnestjes.
We nemen 1 kopje van 200 Baht. Je kon ook een andere nemen van 1500 Baht per kopje (ongeveer 45 euro per kopje dus!), wat voor sommige Thaise mensen bijna een maandsalaris is....

Ik lees later in de reisgids dat alleen de nestjes van vogels als de bruinrompsalangaan en de klipzwaluw bruikbaar zijn. Als de tere, van speekseldraden gemaakte bouwwerkjes worden gekookt, veranderen ze in zachte, mie-achtige slierten die in heel Zuidoost en Oost-Azie bekendstaan als lustopwekkend middel. De eigenschappen van de soep staan zo hoog aangeschreven dat de nestjes voor veel geld van de hand gaan. Ze worden verzameld door verzamelaars die tegen de rotswanden van grotten op Koh Phi Phi Ley omhoog klimmen op gammele bamboe-steigers.

Echt lekker was het niet, nu maar zien of het werkt ;)

woensdag 1 oktober 2008

Grand Palace en andere tempels...........



30 september 2008
Vandaag zijn we (gewapend met nieuwe camera die ik gister ook nog op de kop getikt heb in het grote winkelcentrum MBK) gaan we naar de Tempels en het Grand Palace. We zijn wat aan de late kant, maar een tuk tuk moet ons er in no-time naar toe kunnen brengen.
De eerste chauffeur heeft ons al in de tang en neemt het bod van 20 Baht(ongeveer 1 euro), uiteraard na flink afdingen, aan. Helaas...hij weet ons te vertellen dat het "buddhist day" is, en dus de temple niet open is tussen 12 en 1. Hij weet echter wel wat anders voor ons. Hij wil ons naar een andere Buddha brengen en daarna naar het Grand Palace rijden.

De eerste stop was echter bij een toeristen informatie bureau! Daar willen we niet heen! Maar hij weigert zo'n beetje verder te rijden, en draalt als een klein kind of we niet toch even binnen willen gaan, al is het maar 10 minuten. We hoeven niets te kopen zelfs. Nu wordt het ons duidelijk, hij krijgt een stempel voor gratis benzine voor elke klant die hij daar heen brengt! Maar daar zijn we niet van gediend, dat was niet de afspraak! Hij wil van geen wijken weten, dus aan ons de keuze: meegaan met deze ongein of uitstappen. Het laatste hebben we gedaan. Boos en verontwaardigd, en heeeeel ver van het grand Palace staan we daar. Uiteindelijk heeft Roel me weer kalm gekregen en zijn we gewoon de volgende tuk tuk ingegaan, alvorens we de verzekering hadden dat hij ons nergens mee naar toe zou nemen waar we niet naar toe wilden gaan.



Het Grand Palace was zoals verwacht en herinnerd: pracht en praal en vooral veel Buddha's! Daarna weer even de hoger gestild op een leuk pleintje, ver van de Tuk tuks en opdringerige straatventers nabij het paleis. Heerlijk soepje met eend stond op het menu. Dat is zo leuk aan dit land, je kan niet lezen wat er staat, maar het is altijd lekker en ze hebben ook niets om uit te kiezen! Dus altijd weer een verrassing wat je krijgt. En.....het was lekker!
Dan zoeken we naar het volgende tempel complex, Wat Pho. Daar is ook een massage-school gevestigd, en daar willen we graag gebruik maken van de daar aangeboden beroemde Thaise massage. Helaas is het al laat en is de tempel al dicht.



Een andere (dit keer aardige en eerlijke ) tuk tuk chauffeur heeft ons echter meegenomen. Maar niet voordat hij ons netjes verteld heeft dat hij voor zijn stempeltjes ook langs de kleermaker en het toeristen informatie-bureau zal rijden voor de broodnodige benzine stempels.
We hebben meerdere tempels bezocht, waaronder een met een staande Boeddha van zeker 40 meter hoog. Daar hebben we vogeltjes uit een kooitje vrijgelaten als onderdeel van een Boeddhistisch gebruik voor goed geluk. Erg leuk. Bij een andere tempel heeft een monnik me gezegend met heilig water en een touwtje om mijn pols. Die mag er pas weer af als hij er vanzelf af valt.

En daarna weer terug naar China-town, door little India om even te zoeken naar goedkope stof. maar helaas was alles gesloten.

Nabij het hotel nog heerlijk gegeten op straat. Het is inmiddels een uurtje of 9 - half 10 's avonds.

Een heerlijke dag gehad!

Vandaag Wat Pho en nog veel meer tempels gezien met bijbehorende ontelbare Buddha's en de verlangde Thaise massage gehad. We hebben de long-tail boot genomen door de Khlongs (grachten met huisjes op palen)gevaren, en nu dus geeindigd in Khao San road tussen de backpackers)



Morgen reizen we verder naar Ayutthaya....meer verhalen dus later!

Groeten uit Bangkok van Sonja en Roel