zaterdag 11 oktober 2008

Jungle tour in Khao Yai


4 oktober 2008
Goed....waar was ik gebleven!? Oh ja, we gaan de jungle in. Ik zal jullie er mee naar toe nemen, of er althans een poging toe doen om het jullie mee te laten beleven.

Na een warme maar ongestoorde nacht in de simpele kamer van onze lodge (wel een kakkerlak met de afmeting van een muis buiten onze kamer gezien gister voor we gingen slapen....brrrr!), ontbijtje en een bak koffie waar je haren recht van overeind gaan staan, zijn we er klaar voor! Vandaag gaan we met 8 andere mensen die ook in de lodge verbijven het regenwoud verkennen. In de song thaew (wat bus met twee banken betekend) gaan we op weg. De weergoden zijn ons gelukkig goed gezind. De mensen die gister terugkwamen van dezelfde tocht hadden het minder getroffen: het heeft daar de hele dag geregend...

In het Nationaal parc aangekomen krijgen we van de gids (Mr. A) anti-bloedzuigersokken aan. Dat hoeft alleen gedurende de natte moesson. We denken dat het zo'n vaart niet zal lopen, maar het tegendeel blijkt al snel. Als je je ook maar een stap in de berm van de weg begeeft springen de kleine bloedzuigers gretig tegen je sokken op om zich (verbazingwekkend rap) een weg naar boven te banen, waar het naakte vlees zich bevindt. Iedereen is ineens meer bezig met de bloedzuigers weg te bonjouren van de sokken dan met de prachtige natuur! Bij het instappen in de pick-up truc heeft Roel een beet te pakken. Een grote druppel bloed hangt aan zijn elleboog. Dat belooft wat!

We rijden een stukje verder en al snel begint de gids enthousiast te gebaren naar de chauffeur dat hij de auto stil moet zetten. Hij heeft apen gespot! Joehoe! Apen!
Het blijkt dat het om makaken gaat. Ze leven veel op de grond, waardoor je ze regelmatig kan spotten. Er zijn opvallend veel baby's in de groep, die zich met hun kleine tengeltjes stevig vasthouden aan hun mama's. Enige minuten later volgt de verklaring voor de baby-boom onder de makaken: Een groot mannetje demonstreert midden op de weg de kunst van het apen-paren. Het wijfje kijkt dankbaar naar hem op. Wat is de natuur toch mooi!

Even verderop moeten we weer in de berm kijken, waar een python met de omvang van een onderbeen en zeker 2 meter in lengte, zich ontdoet van zijn of haar velletje. Helaas heeft hij zich zo goed gecamoufleerd, dat het onmogelijk is het beest op de gevoelige plaat te krijgen. De slang ligt gelukkig rustig te slapen. Ik had anders waarschijnlijk als Speedy Gonzales zo snel weer in de pick-up gaan zitten. Binnen 10 minuten al 2 soorten wilde dieren gezien dus.
Ok....Op naar de olifanten, tijgers en Gibbons dan maar!

Dan gaat het regenen. E niet zo'n klein beetje....het komt werkelijk met bakken uit de lucht. De gids vraagt ons wat we willen: wandelen in de jungle of naar de waterval. De kans dat we in de regen wilde dieren gaan spotten is namelijk erg klein. We besluiten nog even naar verderop te rijden en hopen dat het snel ophoudt met regenen. En dat gebeurt gelukkig. Blij en stoutmoedig gaan we de bossen in. Glibberige paden trotserend, goed ingepakt in wegwerp-regenmanteltjes.



De gids kijkt voortdurend omhoog naar de bomen, die zo hoog zijn dat je de toppen amper kunt zien. Hij kijkt uit naar gibbons begrijpen we. Hij probeert ze te lokken met geluiden. Als je niet beter weet zou je denken dat er een vlakbij was. Maar het mag niet baten...geen aap te bekennen. De natuur is ondanks de regen overweldigend mooi. Enorme bomen, vreemde paddestoelen, termieten die in een holle boom leven, lianen, planten met enorme bladeren en natuurlijk onze kleine, dansende, bloedzuigende wormevriendjes!
Na een tijdje geen dieren gespot te hebben begint iedereen lekker met elkaar te babbelen, wat uiteraard de kans om dieren te spotten niet vergroot. We zien gek genoeg geen vogels of vlinders, zelfs niet toen het niet meer regende.



Na enige uren gaat het bos over in een uitgestrekte groene vlakte van manshoog olifantengras, met rode aarde paden en verspreide bomen. Wat een prachtig gezicht. We komen bij een uitkijktoren, die goed beeld geeft op een olifanten-ontmoetingsplaats. Hier zitten veel mineralen in de grond die de beesten nodig hebben. Maar al wat we zien, geen olifanten. Wel een paar verse sporen en hier wel enorm veel felgekleurde vlinders.



De lunch gebruiken we bij een mooie waterval. Ik had al gelezen dat hier de bekendste scene uit de film The Beach is opgenomen.

Op de terugweg spot de natuurgids toch nog een reuze eekhoorn en een gibbon. We kunnen er naar kijken met de telescoop, anders zijn ze niet te zien zo hoog en ver. Wel een mooi gezicht.
Voldaan keren we terug naar de lodge. Natuurlijk jammer dat we niet meer dieren hebben gezien, maar de ervaring was onvergetelijk.

s Avonds maken we plannen waar we morgen naartoe zullen reizen. Onze keuze valt op het plaatsje Surin, ongeveer 70 kilometer van de Cambodjaanse grens. In die omgeving zijn 10 eeuwen oude Kmer tempelcomplexen te vinden. In Surin wordt, volens de reisgids, de beste zijde van Thailand gemaakt,veel nog met de hand en hier vindt het jaarlijkse olifantefestijn plaats.

Per comfortabele airconditioned bus verlaten we een paar uurtjes later Pak Chong. We komen erachter dat het een zeer comfortabele manier is om van A naar B te komen. Onderweg stopt de bus zelfs voor een eetpauze.
Aangekomen in Surin informeren we bij een pub met Engelse eigenaar waar we goed kunen slapen in Surin. The Majestic wordt het, wat een zeer luxueus hotel blijkt te zijn. Heel wat anders dan de lodge!

's Avonds zien we hier de olifant waar we gister de hele dag in de jungle naar uitgekeken hebben! Gewoon op straat, lopend met een rood knipperend achterlichtje aan zijn staart,langs eetstalletjes en hevig knetterende tuk-tuks! Nou ja, het moet toch niet gekker worden!

1 opmerking:

Anoniem zei

He hè..ben d,r weer..was hier achter de schermen ffies druk..bloezuigers,brrrrr!!!..maar wel mooie foto,s hoor!!..prachtig verhaal weer Sonja!! liefs Caro.